Waarheidsvinding in familiezaken geïllustreerd

UCERF 6 - Actuele ontwikkelingen in het familierecht


In familiezaken rijzen vragen waarop het antwoord niet altijd met zekerheid door de rechter is vast te stellen: is nu wel of geen sprake van zwart geld?; is de alimentatiegerechtigde ex-vrouw nu wel of niet met haar nieuwe vriend gaan samenwonen?; en is de man nu wel of niet de verwekker van een kind? Soms is, hoe hard de rechter er ook aan trekt, niet meer informatie boven tafel te krijgen; soms kunnen de regels van de bewijslastverdeling contraproductief werken bij het vinden van de waarheid en is het aan de rechter om het stelsel van bewijslastverdeling omwille van de waarheid te nuanceren. Aan de hand van jurisprudentie wordt in deze bijdrage ingaan op de wijze waarop de familierechter omgaat met het gebrek aan informatie en met (vermeende) bewijsnood. Er wordt ingezoomd in op drie mogelijkheden die de rechter, naast andere, kan aanwenden indien (nog) niet zeker is hoe het zit: taxatie, de voorshandsconstructie en het jurisprudentieel vermoeden.